De schone reputatie van de Nederlandse bankiersploeg werd afgelopen jaar flink op de proef gesteld. 2007 was niet het jaar van de magistrale Milaan-San Remo van Oscar Freire, of de eerste echte Vuelta-winst van Denis Menchov, maar het jaar van Michael Rasmussen. In een periode van slecht leiderschap, heftige emotie en een bedriegende geletruidrager in eigen gelederen ging het faliekant mis.


De verandering in de ploeg zat afgelopen winter niet zozeer in de nieuw aangetrokken renners, maar eerder in de verandering van structuur. Theo de Rooij, toch al niet geroemd vanwege zijn leidinggevende kwaliteiten, stapte op en werd vervangen door eerst Henri van der Aat en later dit jaar door Harold Knebel. De renners kregen bovendien allen een 'rennerregisseur' toegewezen, een ploegleider die altijd op de hoogte is van de handel en wandel van zijn renners.


De ploeg kent inmiddels achttien renners van eigen bodem, op een selectie van 29. Vakkundig zeefwerk scheidde deze winter de toptalenten van het koren uit de eigen jeugdopleiding. Martijn Maaskant, Thom van Dulmen, Rob Ruijgh en Tom Leezer werden niet (tijdig) een plaatsje in de profselectie beloofd en besloten hun ontwikkeling elders voort te zetten. Tour de l'Avenir-winnaar Bauke Mollema stapte samen met Tom Leezer wel over, en mag zich met een Gesink-achtig programma bewijzen bij de profs.


Ook de externe versterkingen van de ploeg zijn de Nederlandse taal machtig. Michiel Elijzen kwam met de staart tussen zijn benen terug uit Frankrijk, haalde de ploeg met Ten Dam en Tankink twee degelijke allrounders in huis en bood het de talentvolle Duitser Paul Martens een ProTour-plek aan. Martens, die keurig Nederlands spreekt, is een deftige alleskunner met een aardige tijdrit in de benen en vooral mogelijkheden in het heuvellandschap. Voor de klassiekers haalde interim-manager Van der Aat dus waardevolle versterkingen in huis. Met Flecha op de kasseien, Freire in de lichte heuvelklassiekers en Dekker voor de Ardennen en laat in Lombardije bezit Rabobank speerpunten voor alle soorten klassiekers. Bovendien is de ploeg en bloc met Gesink, Langeveld, Martens, Posthuma, Tankink, Ten Dam en Moerenhout ook in de breedte machtig.


In het rondewerk is de spoeling voorlopig wat dunner, al biedt de toekomst hoop. Menchov wil met twee Vuelta-zeges opnieuw alles op de Tour zetten. Dit jaar maakt de Rus kilometers in de Giro (Niermann, Walker, Weening en Brown gaan ook), alvorens naar Bretagne te vertrekken. Dekker bewees vorig jaar mits blessurevrij kanshebber te zijn in kleinere rondes, formaat Romandië. Maar dan stokt het. Het is verleidelijk al in te zetten op Gesink, en in mindere mate Mollema, maar gezien de groeicurve van Pieter Weening is voorzichtigheid geboden.


Als de zaak-Rasmussen Rabobank iets opleverde, is het wel de noodzaak van professionele begeleiding. Niet alleen weten waar renners uithangen, maar ook zorgen dat continu gezocht wordt naar manieren die renners nog beter te maken. De ploeg heeft met onder andere Langeveld, Walker, Gesink en Mollema goud in handen. Het is zaak dat buiten Dekker eindelijk meer toptalenten uit de jeugdopleiding doorstromen naar de wereldtop. Het is te hopen dat de ploeg zich beseft dat deze 'nieuwe' start het ideale moment is om die professionaliteit verder door te voeren, om eindelijk die boerenkool en spruitjeslucht af te slaan.


In
Tom Leezer, Bauke Mollema (Rabobank Continental), Paul Martens (Skil-Shimano), Michiel Elijzen (Cofidis), Bram Tankink (Quickstep-Innergetic), Laurens ten Dam (Unibet.com)


Uit
Michael Boogerd (gestopt), Michael Rasmussen (geschorst), Leon van Bon (Trek - Marco Polo Cycling Team), Max van Heeswijk (Willems Veranda's), Thorwald Veneberg (gestopt)